|
Laat de kip samen met een grof gesneden ui, grof gesneden prei, 0,5 theelepeltje foelie en 2 laurierblaadjes in 3 liter water trekken tot een lekkere
kippenbouillon. Haal de kip daarna uit de pan en laat deze afkoelen. Haal vervolgens de ui, prei en laurierblaadjes uit de bouillon of zeef de bouillon.
Zet bouillon terug op laag vuur en gooi de groenten weg.
Snipper de overige 2 uien en hak de 4 bananen fijn (maar niet tot moes). Verhit 2 eetlepels olie in een koekenpan en fruit de uitjes aan, voeg daarna de
gehakte bananen toe en bak deze enkele minuten mee onder voortdurend roeren. Voeg deze massa bij de warme bouillon en breng het geheel aan de kook.
Snijd ondertussen de stengel sereh door midden en kneus hem lichtjes, snijd de rode pepers over de lengte open en verwijder de zaadlijsten (of hak de gedroogde
pepertjes fijn). Voeg dit alles toe aan de bouillon. Voeg ook de pindakaas toe, samen met de goela djawa, kippenbouillonblokje, flinke scheut gemberstroop,
versgemalen peper, zout en een flinke scheut chilisaus. Roer dit alles goed door en doe eventueel nog wat pindakaas erbij als de soep te dun is.
Verwijder het kippenvlees van het bot en verdeel het in kleine stukjes (uitpluizen). Voeg de kip bij de soep en laat het geheel een uurtje zachtjes door koken.
Strooi er vlak voor het opdienen gehakte selderij over.
Wij geven de Surinaamse pindasoep een Indisch tintje door het met lontong te eten en er zo een complete maaltijd van te maken. Lontong is rijst gekookt in
zakjes, ze zijn zowel in gekookte als ongekookte vorm bij de Indische toko verkrijgbaar. Houd er rekening mee dat de zakjes lontong 1,5 tot 2 uur gekookt
moeten worden. Als de lontong is afgekoeld, wordt de compacte rijstmassa in blokjes gesneden.
|
|